Eindelijk heb je een mooi laminaat gevonden en gekocht. Natuurlijk ook direct ondervloer, plinten en eventueel overgangsprofielen gekocht, zodat alles in één keer bezorgd kan worden. Om kosten te besparen ga je de vloer zelf leggen. De vloer wordt binnenkort bij je afgeleverd en dan kun je de vloer gaan leggen. Maar hoe ga je dat doen? Waar moet je allemaal aan denken? Welk gereedschap ben je nodig? Dus……….waar begin je. Hier gaan ik dit stapsgewijs uitleggen, zoals een beknopte handleiding.
De levering van de nieuwe vloer
Zorg er voor dat de ruimtes waar je laminaat gaat leggen helemaal leeg zijn en dat de vloer helemaal stofvrij is.
Controleer zorgvuldig of de dekvloer egaal en stabiel is. Grove oneffenheden moet je van de vloer verwijderen. Kleine oneffenheden geven geen probleem, als je de juiste ondervloer gebruikt. Moet het laminaat op een houten dekvloer van planken gelegd worden? Controleer dan goed of alle planken goed vastzitten. Vertoont de dekvloer veel oneffenheden en is de vloer niet stabiel genoeg? Ga de vloer dan eerst verstevigen/egaliseren met underlayment platen. Schroef deze op de dekvloer.
Verwijder de oude muurplinten als dit nodig is. Wil je tegen de muurplinten aanleggen, zorg er dan voor dat je voldoende platte deklatten koopt. Wil je het laminaat doorleggen, dat wil zeggen van de ene ruimte overlopend naar de andere ruimte? Verwijder dan de oude drempels en egaliseer ook deze plekken.
Wordt de vloer bij je afgeleverd, leg de vloer dan in de ruimtes waar je de vloer ook wilt leggen.
Het acclimatiseren van de laminaatvloer
Leg de pakken allenmaal plat op de grond, dus niet tegen een muur aanzetten. Nu moet het laminaat acclimatiseren. Dat wil zeggen, dat de vloer de omgevingstemperatuur moet gaan aannemen. Over het algemeen duurt dit zo’n 48uur. Dit is heel belangrijk. Laminaat bestaat voor het grootste gedeelte uit hout. Hout is een product dat reageert op temperatuurverschillen en schommelingen in de luchtvochtigheid. Tijdens het acclimatiseren neemt het laminaat de omgevingstemperatuur aan. Zo voorkom je dat de vloer vlak na het leggen sterk uit zal zetten of nog gaat nakrimpen.
De voorbereidingen voor het leggen
Tijdens het acclimatiseren kun je er alvast voor zorgen dat je de juiste gereedschappen klaarlegt.
Wat heb je nodig:
- Decoupeerzaag. Hiermee kun je hiermee bochten zagen of uitsparingen voor kozijnen of verwarmingsbuizen. Gebruik een smal zaagje zodat je flexibel kunt zagen. Zaag met de onderkant van de plank naar boven gekeerd, zodat de toplaag mooi intact blijft.
- Afkortzaag of laminaatsnijder. Deze gebruik je voor het afkorten van laminaatplanken. Begin bij het leggen met een halve plank en bij de tweede rij met een hele plank. Zo krijg je een mooi natuurlijk verband als legpatroon. En wat nog veel belangrijker is, doordat de eind en beginstukken verspringen wordt de vloer stabiel.
- Een laminaat legset. Dit bestaat uit spietjes, een aanslagblokje en een hielijzer. De spietjes gebruik je om de 1cm afstand tussen laminaat en muur te creëren. Met een aanslagblokje tik je de delen iets gemakkelijker in elkaar, als dat nodig is. Gebruik nooit alleen een hamer, want dan beschadig je het kliksysteem. Een hielijzer gebruik je op plekken waar je moeilijk bij kunt en bij het plaatsen van de laatste rij.
- Duimstok/meetband en zwaaihaak. Hiermee meet je het laminaat af, als je eindstukken moet plaatsen of voor het opmeten van uitsparingen. Met een zwaaihaak kun je rechte lijnen op de vloerdelen aangeven
- Potlood. Voor het aftekeningen rechte lijnen op de deelplanken mbv een zwaaihaak. En om de uitsparingen voor kozijnen en cv buizen op de plank te tekenen.
- Stanleymes. Voor het snijden van de ondervloer en eventueel de folielaag.
Het leggen van de ondervloer
Ook kun je al beginnen met het leggen van de ondervloer. Natuurlijk heb je de juiste ondervloer gekocht. Een ondervloer zorgt onder andere voor de juiste stabiliteit. Hierdoor leg je de nieuwe laminaatvloer gemakkelijker, maar blijft de vloer na het leggen ook mooi liggen. Gebruik je geen ondervloer, dan loop je het laminaat al snel stuk. Het verlengt dus de levensduur van het laminaat.
Ga je op de begane grond een ondervloer leggen van viltplaten? Leg dan eerst de dampfolie. Zorg dat de randen iets tegen de muur opstaan en knip dit zorgvuldig af. Heb je naden in de folie plak dit dan dicht met aluminium tape. Nu kun je beginnen in een hoek met het leggen van de viltplaten. Deze platen leg je in een halfsteensverband. Begin dus de eerst rij met een halve plaat en de tweede rij met een hele. Leg de platen losjes tegen elkaar aan.
Heb je gekozen voor een ondervloer op rol, dan leg je deze kruislinks wat betreft de nieuwe vloer. Zoals je de rol los rolt zo komt die goed te liggen. Vaak zie je eerst de dampwerende laag. Deze komt zo dan aan de onderkant, zoals het hoort. Zorg dat de rande strak tegen elkaar aan komen te liggen. Heb je een ondervloer met een overstekende folie laag, laat deze dan overlappen. Ook hier kun je weer aluminiumtape gebruiken.
Hoe en waar begin je met laminaat leggen?
Zorg dat de omgevingstemperatuur tussen de 15° en 20°
Bepaal eerst hoe je het laminaat wilt leggen. Dus in de lengte of de breedte van de ruimte. Let dus op het ruimtelijke effect wat de legrichting geeft en let ook op lichtinval van ramen.
Begin in een hoek van de ruimte, met het leggen van de eerste rij. Gebruik de spietjes voor de juiste afstand tussen vloer en muur. De tweede plank klik je in de kopse kant van de eerste plank. Zo ga je door met hele planken. De laatste plank van de rij moet op maat gezaagd worden. Het reststuk kun je dan weer aan het begin van de volgende rij gebruiken. Klik deze in de lengte aan de eerste rij vast. Wil je een vastverband in de vloer begin dan altijd met een vaste maat als je met een reststuk begint. Bij een halfsteensverband begin je om en om de rijen met een hele plank en dan een halve plank. Bij een wildverband begin je om en om met een vloerdeel van wisselende afmeting.
TIP: pak steeds vloerdelen uit verschillende pakken zodat geringe kleurverschillen niet opvallen.
Overgangsprofielen.
Wil je laminaat doorleggen dan wordt bij een deur vaak een overgangsprofiel geplaatst. Zo blijft de vloer mooier liggen. Leg je laminaat in een grote ruimte dan plaatst je een profiel na tien stekkende meters. Bij een profiel creëer je vrije ruimtes, om uitzetten en krimpen van de vloer op te vangen.
De moeilijke plekken
Bij cv buizen en kozijn of hoeken moet je dit goed uitmeten en de uitsparingen op de plank tekenen. Daarna kun je dit met een decoupeerzaag uitzagen. Een profielmal maakt dit nog gemakkelijker. Met een zwaaihaak kun je niet haakse hoeken aftekenen.
Hoe leg je de laatste baan?
Vaak moet je bij de laatste rij de lamellen ook in de lengte doorzagen. Houd ook hier rekenschap met de vrije ruimte tussen vloer en muur. Met behulp van het hielijzer kun je de laatste rij beter bevestigen.
Plinten monteren
Als je de klus hebt geklaard, dan werk je de vloer af met plinten. Hiervoor kun je staande plinten gebruiken of platte plakplinten. Een plintensnijder/plintschaar is hierbij een handig hulpmiddel. Vooraf bij het knippen van haakse hoeken krijg je een perfect resultaat.
Over het algemeen is laminaat leggen dus niet moeilijk. Zie je het toch niet zitten of ontbreekt het je aan tijd? Vraag dan bij het vloerenbedrijf waar je de vloer gekocht hebt, of ze een legservice aanbieden. Vaak zijn die mogelijkheden er.